Ieder jaar is het weer een feest: de terugkeer van de stern. Zo rond 20 april hoor je boven het water voor het botenhuis weer die karakteristieke schreeuw en je weet: ze zijn er! En daarna zie je ze dan ook. Sterns lijken wel wat op meeuwen: witte vogel, grijze vleugels, zwart kapje. Maar ze zijn ranker, en hebben een gevorkte staart. Seeschwalbe, zegt de Duitser.
Er zijn verschillende soorten sterns: in de moerassen in de kop van Overijssel vliegt de Zwarte Stern, in de Waddenzee de Grote Stern. Beroemd is ook de Noordse Stern. Die heeft het wereldrecord vogeltrek: hij broedt in Noord-Europa en overwintert in het Zuidpoolgebied, en legt dus ieder jaar 40.000 km af.
Sterns hebben aan de wieg gestaan van de vogelbescherming. Dat zit zo: eind 19e eeuw was het mode om grote hoeden te dragen, versierd met allerlei natuurproducten. Opgezette sterns deden het daarbij goed, en werden bij tienduizenden gevangen en gedood. Uit de verontwaardiging daarover werd de vogelbescherming geboren, wat uitmondde in de Vogelwet van 1912. Vogelbescherming Nederland heeft 'm nog steeds als logo.
Onze stern heet Visdief – ook een leuke naam voor een boot, trouwens. Ook hij maakt een flinke trektocht, namelijk naar Zuid-Afrika, hoewel er ook wel eens een in Finland geringde visdief in Australië teruggevonden is: 24.000 kilometer. Tsja, afgedwaald door harde wind en dan maar doorvliegen ... Zijn naam dankt hij aan zijn gedrag: hij hangt een paar meter boven het water en maakt van daaruit een korte duikvlucht om visjes uit het water te pikken. Natuurlijk, je moet in de boot vóóór je kijken, maar toch geniet ik er iedere keer weer van.
Visdiefjes broeden van oorsprong in kolonies op zand-, grind- en schelpenbanken aan de kust en langs rivieren. In zo'n milieu moet je wel opportunist zijn, want dat soort plekken verschijnt en verdwijnt snel. Ze grijpen dus hun kans aan zandwinplassen, op opgespoten en braakliggende terreinen, etc. Het aantal broedparen in Nederland ligt rond de 18.000, voor 95% in het westen van het land. Ik kan me voorstellen dat u denkt: maar er zijn toch helemaal geen zandbanken in de IJssel? Nee, inderdaad. De kleine Zutphense kolonie broedt waarschijnlijk op platte daken op het bedrijventerrein.
(Tekst Willem Drok en illustraties Ton de Haas)