Roeien op de IJssel met een achttal Hagenaars en Hagenezen van De Laak.

Maar eerst even het (grote?) verschil tussen een Hagenees en een Hagenaar.

Mensen van buiten Den Haag zien de Hagenees als de harde kern inwoners die met hun witte sokken in slippers en campingsmoking met een blikje bier in de tuin zitten, terwijl de Hagenaar juist de chique heren en dames zijn met een jasje en dasje. Maar klopt dat wel?

Vroegâh

Historisch gezien is er een duidelijk verschil tussen de Hagenees en de Hagenaar. Daarvoor moeten we even terug naar toen Den Haag nog een klein dorpje was.

In Den Haag was er in de achttiende eeuw een duidelijke scheiding tussen arm en rijk. Die was er niet alleen in figuurlijke zin, maar ook letterlijk. Een deel van Den Haag was gebouwd op de zandduinen en een ander deel op veengrond.

de-laak-illustratie250pxOp het zand stonden grote huizen en woonden rijke mensen met een aardappel in de keel; de kaklùi. En aan de andere kant van de 5,8 kilometer lange Laan van Meerdervoort (waarvan men in Den Haag zegt dat het de langste laan in een stad ter wereld is, maar dat terzijde) zag het er minder netjes uit. Daar woonden de armeren; zij werden de Hagenezen; de praulete genoemd.

De twee verschillende inwonersgroepen van Den Haag konden het niet altijd goed met elkaar vinden. De Hagenaren vonden de Hagenezen maar vies. Daartegenover vonden de Hagenezen de Hagenaren maar uit de hoogte en zeer arrogant.

Teigewoâhdag

Tegenwoordig is dat verschil van wonen op het zand of het veen dus bijna niet meer te zien. Men legt nu dan ook het verschil tussen Hagenaar en Hagenees anders uit: Je bent een Hagenees als je geboren en getogen bent in Den Haag en Hagenaren zijn ergens anders geboren en later hier komen wonen.

Ik ben zelf 6,5 en veel later nog 10 jaar een Hagenees geweest. Den Haag is een mooie leuke grootstedelijke en nu in mijn ogen vervelend te drukke stad geworden, maar wel één met een echt karakter. En zeker met een leuke roeiclub: De Laak.

Die lui van De Laak zijn 10 jaar lang mijn roeivrienden geweest zij vonden het leuk om een keer op ‘onze’ prachtige IJssel te roeien, wat toch wel anders is dan de Vliet.

Afgelopen donderdag kwamen ze naar bijna 2 uur rijden bij Isala aan. Daar zagen zij ons fraaie botenhuis waar Pieter Arkesteijn al de ISALA-vlag in de top had gehangen!

Ze liepen de steiger af en kwamen ons prachtige nieuwe botenhuis binnen: ‘de bek viel los…’ Pieter leidde hen uitgebreid rond. De Lakers vonden het een fantastisch mooi en goed ingericht botenhuis met een fijne sfeer en zeker ook de veel praktische oplossingen voor de bergingen van onze vloot werd zeer handig gevonden.

Er werd omgekleed, koffie en thee gedronken. Chris Braun (een van de sturen) gaf uitleg over wat varen op de IJssel inhoud en dat veiligheid voorop staat.

Oorspronkelijk zouden we met 2 C4x+ gaan, maar er was er helaas een naar Wiersma. Dus gingen er drie boten het water in: de Lepelaar, de Zilvermeeuw en de Zwaan. Hiervoor hadden we gelukkig een reserve stuur met veel kennis op en om de IJssel – Nico Kok.

Na wat korte gewenning van en met de Lakers, gingen we de IJssel op naar het Gat van Gorssel waar we hebben geluncht. Ondanks het vrij lage waterpeil met de bijbehorende weinige stroom waren we er vlot. We kwamen wat beroepsvaart tegen, maar het was rustig. Onderweg werd er verteld over de beroepsvaart, ooievaars, zeearenden, enz, enz. De sfeer en het weer was top! Iedereen genoot. Na de lunch werd er van boten gewisseld en we gingen weer terug naar Isala. Pas toen ondervonden de Lakers wat stroming werkelijk betekende en dat dit echt veel meer tijd kostte. De meeste Lakers waren toch wel blij dat ze weer bij Isala aankwamen.

Boten uitspuiten, grondig schoonmaken, de boel opruimen, omkleden en dat was het; bijna!

Omdat het oude roeivrienden zijn, had ik ze uitgenodigd bij mijn vrouw en mij thuis in Eefde.

Ook toen waren ze weer verbaasd over de prachtige en rustige omgeving van Zutphen en omstreken. Na wat koffie thee en zelfgebakken zoetigheid gingen we naar de sluis – bij mij letterlijk om de hoek – waar ik wat vertelde en uitlegde over de “oude dame” en de nieuwe sluis.

We beëindigde de dag bij Loetje. Al met al vond men het een fantastische dag. De sturen zijn in ieder geval al uitgenodigd om in het voorjaar bij De Laak te komen roeien!

Giel Payens