Gijs Vermeer van RV Rijnland heeft de RIJM 2017 geroeid in een wherry. Hieronder zijn verslag.
Toen in 2012 de roeiverenigingen Isala in Zutphen en Vada in Wageningen beide 100 jaar bestonden, bedachten ze dat ze samen iets zouden moeten organiseren. Dat werd de roeitocht van 69 km van Wageningen via Nederrijn en IJssel naar Zutphen. Om de trip voor elke roeier, sterk of zwak, aantrekkelijk te maken, werden er een flink aantal wisselplaatsen bedacht, waar bemanningen konden wisselen en niemand de volle 69 km hoefde te roeien. Na afloop van de feesttocht was iedereen er zo enthousiast over, dat men besloot om er een jaarlijkse gebeurtenis van te maken. Sinds 2015 staat de tocht als Rijn-IJsselmarathon (RIJM) ook op de KNRB marathonkalender.
Bij ’t Diep in Steenwijk wordt er elk jaar ergens in februari bekeken wie welke marathons wil roeien en onafhankelijk van elkaar hadden Kai Fischer en ik (beiden met goede relaties met Diepers) interesse getoond voor de RIJM. Ina Snijder en John Hoekstra van ’t Diep zagen het ook wel zitten en zo hadden we vier roeiers om de RIJM “integraal” in een wherry te roeien. Vorig jaar hadden de Diepers zich ook al voor die tocht opgegeven, maar toen was er zoveel regen gevallen in Duitsland, dat de stuwen in de Nederrijn openstonden en er een stroomsnelheid van 7 km/u stond, niet geschikt om met een wherry tegenin te varen; dus toen mochten alleen C4-en meedoen.
Niet zo op zondag 9 juli dit jaar: de stuwen op de Nederrijn waren gestreken wat de stroomsnelheid beperkte tot 0.5 km/u, terwijl er een lekkere stroom mee van ongeveer 4 km/u stond op de IJssel. Daar kwam bij dat het ideaal roeiweer was met een schitterende tocht over rivieren door prachtig landschap. Wat was dit mooi! We vertrokken als laatste van de vijf wherry’s om half negen vanaf het vlot bij Wageningen en waren even voor elven bij de sluis in Driel. Daar moesten we een poosje wachten tot de laatste C4 ook gearriveerd was en het hele veld van ongeveer 15 boten de sluis in mocht. Op de Nederrijn was het heel stil, een enkel plezierjacht en pas bij Arnhem de eerste grote motorboot. Op de IJssel wel enige beroepsvaart, waarvoor je goed moest uitkijken op de smalle rivier. Minder prettig op de IJssel waren de talloze racende speedbootjes; zelfs met onze wherry kregen we zo nu en dan water in de boot. Gelukkig had John onze boot van huikjes voor en achter voorzien, wat vooral gunstig was voor de keren dat er een flinke golf over de boeg heen kwam. Veel C4-en hebben echt moeten hozen daar. Volgend jaar is de tocht waarschijnlijk weer begin juni, met minder kans op veel pleziervaart. Na nog een stop in een prachtige inham met mooie zandstrandjes en sanitair arriveerden we tegen half vijf bij Isala, waar we verwelkomd werden met een borrel en een zeer goed verzorgde warme roeiersmaaltijd.
Logistiek is zo’n tocht van de ene naar de andere plek een hele puzzel, vooral als je bemanning ook nog uit twee verschillende locaties komt. John en Ina hadden de boot van tevoren al naar Wageningen en de botenwagen naar Zutphen gebracht. Zondagmorgen zijn Kai en ik elk met onze eigen auto naar Zutphen gereden om vervolgens met de hele bemanning in mijn auto naar Wageningen te rijden. Aan het eind van de dag bracht Kai me weer naar Wageningen.
De logistiek beperkt misschien het aantal deelnemers, maar dit is zo’n schitterende tocht, dat veel meer dan 15 deelnemende boten mogelijk zou moeten zijn. Voor marathonners maar zeker ook voor toerroeiers is dit een niet te versmaden superbelevenis. Doe je volgend jaar ook mee?
Gijs Vermeer