Mastenbroek Marathon
Met een gemoedelijk steuntje in de rug van oud Hg-instructeur Chris schreef ik me afgelopen augustus in voor de Mastenbroek marathon, één van de weinige marathons die zouden plaatsvinden dit jaar. Zonder echt te weten waar ik aan begon stapte ik een week later voor een training in de M&M-boot (Marjo en Marja) en na een kritische blik van beide dames luidde het oordeel: “Welkom in het team!”
Voor ons drieën was het een eerste ervaring met een marathon. Met gezonde spanning reden we vroeg in de ochtend met zijn drieën vanuit Isala naar Zwolle. “Wat voor eten hebben jullie mee?” “Hoe vaak wisselen we?” “Wie begint er op stuur?” “Met hoeveel lagen kleding starten jullie?” Goed, misschien was ik iets nerveuzer dan ik eigenlijk wilde laten blijken.
Aangekomen bij de Zwolsche roeivereniging moesten de boten snel te water; we raakten achter op schema. Snel de boten opriggeren en gaan met die banaan. Met Marja op stuur, Marjo op slag en ik op de boeg roeiden we de eerste 5 kilometer via het Zwolle- IJsselkanaal richting de Spooldersluis. Vanaf daar zou de marathon dan ‘echt’ gaan beginnen.
Bij het verlaten van de sluis startte onze tijd en werden we losgelaten op een veel wildere IJsselrivier dan we bij Isala gewend zijn. De rivier is er breed, de wind hard. Het kostte ons veel inspanning de volgende 15,5 kilometer op de woeste IJssel te roeien. Bovendien voelde ik vanaf de boeg een donderwolk boven slagroeier Marja ontstaan; de stuurboordriem stond duidelijk niet goed afgesteld. De oorzaak daarvan: in onze haast hadden we de stuurboordriggers van de slag en boeg per ongeluk met elkaar verwisseld! Gelukkig maakte de wilde golven bij Kampen ruimte voor een rustigere deining en konden we vanaf een afstandje genieten van het historische Hanzestadje. Kort na het verlaten van de Kampen kwamen we aan bij de kleine roeivereniging, waar we een kop koffie kregen en de boot opnieuw konden opriggeren.
Vanaf Kampen begon de tweede etappe van de marathon: langs Ganzendiep en Goot. Met rustig water, prachtige landschappen en pittoreske vissershuisjes was dit grandioos genieten. Het bleek ook de kalmte voor de storm. Op het Zwarte Meer (die uitmondt in het IJsselmeer) vond de wind ons weer, die wederom zorgde voor veel onrust en water in de boot. Wederom moesten we met halve bank ploeteren om enigszins rust in de boot te bewaren.
Het laatste gedeelte van de marathon voerde ons langs Hasselt en terug naar Zwolle. Alhoewel ik me nog redelijk fit voelde, merkte ik dat we alle drie langzaamaan vermoeid begonnen te raken. Kleine pijntjes slopen er langzaam in en werden steeds meer aanwezig. Mijn handen en billen in de eerste plaats, vervolgens de heupen, benen en rug. De laatste etappe bleek een uitputtingsslag waarbij we de pijn ook niet meer konden negeren. Vervolgens begint het mentale stuk. “Nog drie kilometer!” moedigde we elkaar aan. “Eventjes doorzetten nog!” Die drie kilometer bleken er zes te zijn. Ik kan uit ervaring vertellen: dan zak je wel eventjes door de grond. Met de tanden op elkaar hebben we die laatste kilometers uitgeroeid, letterlijk op de laatste benen.
Bij aankomst volgde er een grote ontlading. We wisselde een trotse blik uit naar elkaar voordat de organisatie aangesneld kwam met een welverdiend kruidenbittertje. Een perfect getimed kruidenbittertje die onderstreepte wat voor een prestatie we daarjuist geleverd hadden. Bedankt Marjo, Marja en alle andere marathonroeiers voor dit geweldige avontuur!
Wies van Santvoort
Kijk hier voor meer foto's