Afgelopen zomer zag ik voor het eerst heilige ibissen in het wild, toen we door de rijstvelden van de Povlakte reden. Grote witte vogels met een zwarte kop en een lange, naar beneden gebogen snavel. Vreemd genoeg stonden ze niet in mijn vogelgids uit 1976. Het bleek dat ze sinds een jaar of twintig broeden in Zuid-Europa en bezig zijn aan een opmars. Daar staat tegenover dat van de twee soorten die in Europa thuishoren – de zwarte en de heremietibis – de laatste inmiddels uitgestorven is.
In het oude Egypte werd de god Toth vaak afgebeeld als een mens met de kop van een ibis en een schrijverspalet in de hand. Hij was de god van de schrijvers en van de wijsheid, maar bemiddelde ook tussen goden en mensen. Bij tempels van Toth werden ibissen gekweekt en tot mummies verwerkt, die dan weer aan pelgrims verkocht werden. Heilige ibissenhandel dus.
Ibissen zie je meestal in ondiep water, waar ze allerlei klein gedierte vangen. Ze broeden net als reigers en lepelaars in kolonies in bomen. Ieder jaar duiken er wel een paar zwervende ibissen in Nederland op. Twee jaar geleden zat er bijvoorbeeld een heilige ibis een paar dagen bij Wilp in de uiterwaarden. En met het alsmaar warmer wordende klimaat zouden ze ook best in Nederland kunnen gaan broeden. Het is de Nijlgans tenslotte ook gelukt.
Nu we alles weten over de vogel, ook wat meer informatie over de boot.
De materiaalcommissie stelt voor: de Ibis.
Medio april 2014 werd de Ibis in gebruik genomen. Na de doop door Lex Emsbroek heeft de boot al veel water gezien. Zowel dicht bij huis als tijdens wedstrijden. Ze is multi-inzetbaar; kan zowel scull als oars geroeid worden.
In totaal is deze Wintech twee vanaf haar komst 83 keer afgeschreven.
Scull 53 maal en oars 30 maal. Koplopers in de oars-uitvoering zijn
Frank Posthuma en Lex Emsbroek. Bij een beperkt vaarverbod (winter) stappen beide heren over op de scull-uitvoering.
In deze vorm wordt de boot verder regelmatig uit het botenrek gehaald door Kees Jan de Louw, Douwe Schuringa, Sebastiaan van den Worm en Hidde Seckel.