Mooi woord, alk. Zo'n oerwoord uit de tijd dat onze voorouders nog met één lettergreep tegelijk spraken. Eik, berk, alk. Het is inderdaad een oud Scandinavisch woord voor zeevogel dat Linnaeus gebruikte als wetenschappelijke naam: Alca torda. Qua bouw lijken alken veel op pinguïns; ze zijn helemaal gebouwd op duiken, waarbij ze met hun poten sturen en met hun vleugels roeien. Ze zijn zwart-wit, versierd met een streepje bij het oog en op de snavel.
Hét grote verschil met pinguïns: alken kunnen wel vliegen. En waar pinguïns alleen op het zuidelijk halfrond voorkomen, is de alkenfamilie beperkt tot het noordelijk halfrond. De alk nestelt op steile rotsen aan zee, langs de hele Noord Atlantische kust, van Bretagne via Groenland tot Newfoundland. In een kuil of een holletje in die rotswand legt het vrouwtje één ei. Als het jong uitkomt, wordt het 18 dagen gevoerd, daarna springt het in zee en zwemt met z'n ouders de zee op. Het kan dan nog niet vliegen. Tot het volgend voorjaar komen de alken dan niet meer aan land. Al zwervend komen ze ook langs de Nederlandse kust.
Er zijn nog een paar leden van de alkenfamilie het noemen waard: de zeekoet – die vind je nogal eens als olieslachtoffer aan het strand, en natuurlijk de papegaaiduiker, met z'n clowneske snavel.
Boot stelt zich voor: Alk
Nu we alles weten over de vogel, ook wat meer informatie over de boot. De materiaalcommissie stelt voor:
De Alk komt uit een ons bekend Italiaans botenbouwersnest, Filippi.
Deze skiff is een volbloed zusje van de Meerkoet. Beiden geschikt voor lichte roeiers, 60-70 kg.
De lengte van 7.80 meter is passend bij deze gewichtsklasse.
De Alk is gebouwd van glasvezel. Het dek en de romp worden apart gefabriceerd. Daarna wordt het dek onder druk op de romp geplakt. De 'plakrand' zie je aan de buitenkant van de boot. Veel bouwers hanteren deze bouwwijze, om dat het bijzonder stevig is en de kans dat het dek van de romp loslaat klein is.
De boot heeft tot nu toe nauwelijk onderhoud gevergd. Met reden.
Sinds de invoering van reserveren via e-Captain (april 2014) is deze skiff 28 keer afgeschreven door 10 verschillende leden. Daarmee is de Alk verreweg de minst vaak gereserveerde skiff.
De boot blijkt 18 keer te zijn afgeschreven door twee leden die bezig waren met hun havenskiffopleiding. Kennelijk stapt iedereen massaal over naar andere skiffs na het behalen van het begeerde certificaat.
Dit geeft reden tot nadenken. Zusterboot Meerkoet wordt overboekt terwijl de Alk nauwelijks water ziet. De materiaalcommissie maakt op korte termijn tijd om zich te buigen over het verschil in afstelling van beide boten.
Zeker met binnenkort alle nieuwe skiffeurs erbij zou het ideaal zijn wanneer we het komend seizoen ook de Alk regelmatig door de haven zien varen!