Meerkoet

Meerkoet illuIedereen kent de meerkoet: die ronde zwarte watervogel met die witte bles op de snavel. Op dit moment zwemt een paartje met jongen rond het botenhuis; vanmorgen waren er nog vier jongen. Een soort eend maar ook weer niet. Zijn meest opvallende kenmerk, vind ik, zie je zelden: hij heeft enorme poten, bijna half zo groot als z’n lichaam. En aan z’n tenen geen zwemvliezen, zoals een eend, maar ronde lobben – ook zwart, natuurlijk. Ook de jongen zijn heel anders dan die van een eend : geen lieve donsballetjes, maar lelijke zwarte pluizige mormels met een kale rode kop. De meerkoet behoort tot de familie van de rallen. De meeste soorten daarvan zijn verborgen levende moerasvogels, die hun grote poten gebruiken om over drijvende water- en moerasplanten te stappen. De meerkoet echter leeft geenszins verborgen. Hij maakt een drijvend nest van plantenstengels aan de oever van allerlei wateren, ook stadsvijvers. In de broedtijd verdedigt hij zijn territorium en zijn nest fel en luidruchtig, en stuift op alles af wat in de buurt komt, ook als het veel groter dan hijzelf is. In de winter daarentegen leeft hij heel gezellig. Dan drijven de meerkoeten in grote groepen op het water, of grazen ze in de weilanden langs de rivier.

(Tekst Willem Drok en illustratie Ton de Haas)